vrijdag 18 maart 2016

Hersencellen aan het werk


Als tiener was ik verzot op computerspellen. Niet zozeer op bubbels of juwelen schieten. Geen soldaatje spelen en schieten op al wat beweegt. Nee, mijn favorieten zijn de avonturenspellen. In feite is het een fictief verhaal dat je evengoed in een boek kunt lezen of op TV of in de cinema kunt zien. Alleen ben je deze keer zélf het hoofdpersonage. Je loopt vrij rond (of in beperkte mate) in een fictieve wereld. Je moet alles zelf doen om het verhaal verder te laten gaan. Met mensen praten, vragen stellen, dingen uitzoeken. Voorwerpen zoeken, gebruiken of met elkaar combineren. Deuren proberen open te krijgen is bijvoorbeeld een vaak terugkomend obstakel.

Het leuke eraan is: er zit een verhaal achter. Er is een duidelijke motivatie waarom je al die dingen doet. En hoewel het bij veel puzzels wel even zoeken is, is het bij de echt goede spellen altijd heel duidelijk en logisch wat je moet verwezenlijken. Voeg daar nog goed geanimeerde personages, getalenteerde stemacteurs, prachtige achtergronden, en een symfonische soundtrack aan toe, en alles naast het scherm vervaagt.

Af en toe speel ik ze nu nog, maar in mindere mate. Het genre is ook veranderd, en moderne titels weten me niet zo fel te bekoren als de oude klassiekers. Ik grijp meestal dus naar die oude titels terug als ik even van het echte leven wil wegvluchten en mezelf volledig wil verliezen in een andere wereld.

Zo ben ik de afgelopen week aan een nieuwe spelsessie van “Gray Matter” begonnen. Uitgebracht in 2010 is dit het laatste spel waarvoor ik nog speciaal naar een winkel ben gereden om het in hardcopy te kopen. Tegenwoordig komen die dingen digitaal uit, en kun je ze gewoon downloaden. Maar het is ook het laatste spel van zulke kwaliteit dat alle aspecten van de klassieke avonturenspellen nog met zich mee draagt. Het is een pareltje.

In dit spel ben ik Samantha Everett, een jonge illusioniste, onderweg naar Londen om lid te worden van een exclusieve club van andere illusionisten. Door motorpech strand ik echter in een landhuis in Oxford. Om te kunnen overnachten, doe ik me voor als de nieuwe assistente van de eigenaar. Hij is een neurobioloog wiens leven enkele jaren geleden is veranderd toen zijn vrouw overleed in een auto-ongeluk. Zelf liep hij heel erge brandwonden op. 

In zijn onderzoek geraakt hij geobsedeerd door de verborgen krachten van het menselijk brein. Hij is ervan overtuigd dat onze verbeeldingskracht sterk genoeg is om effect te hebben op de fysieke wereld. Hij start dus een nieuw experiment waarbij hij wil proberen de herinneringen aan zijn vrouw effectief tot leven te wekken, als een soort Dokter Frankenstein maar dan zonder elektriciteit en IKEA-dode lichamen. Daar moet ik hem dus bij helpen.

Mijn eerste opdracht is dus een paar testpersonen voor hem zoeken onder de studentenbevolking van de universiteit. Met mijn goocheltalenten kan ik iedereen om de tuin leiden. Al snel ontdek ik dat iemand de goedgelovigheid van de professor misbruikt en hem om een of andere reden gek maakt in zijn obsessie. Wie en waarom, dat moet ik dus ook uitzoeken. En daarnaast probeer ik alsnog in die exclusieve club van illusionisten te geraken door op een soort schattenjacht te gaan. Genoeg te doen dus.
 
En hoe pak je zoiets aan in zo’n spel? Door goed te kijken en goed te luisteren, connecties te leggen, dingen uitproberen, en stom grijnzen als één van je ideeën de sleutel blijkt te zijn.

Dus ja, ik lees veel. Ik kijk graag films en TV-series. Maar ik zet me ook graag een paar uurtjes achter mijn computer om op een minder passieve manier een goed verhaal te ervaren. Na al die jaren heeft het op z'n minst mijn probleemoplossend denken gestimuleerd ;)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten