zaterdag 28 januari 2017

Boeken verslonden in januari

De eerste vier boeken van 2017 zijn achter de kiezen! Een verscheiden kwartet. Puur romantische literatuur, een actueel maatschappelijke uiteenzetting, een misdaadverhaal, en fantasie voor jong volwassenen in de lijn van Harry Potter. Bijna allemaal de moeite waard, maar geen echte uitschieter.

Mijn vriendin Nele volgt Literaire Creatie bij Kaat Vrancken op de Kunstacademie van Genk. Ik heb haar al beloofd dat ik me volgend academiejaar ook inschrijf. Ondertussen had ze me uitgenodigd om een les bij te wonen. Daar bespraken we het boek "Moeders Zondag" van Graham Swift. Uiteraard moest ik het dan ook eerst lezen. En zo werd dit mijn eerste boek van 2017. We lezen over de setting: de plaats, de tijd, regelmatig herhaald op een bijna poëtische wijze. We lezen het verhaal van een oude vrouw, ergens in de negentig, die terugdenkt aan haar tijd als dienstmeisje op een Engels landhuis, en hoe ze ooit het bed deelde met de zoon van een naburig landhuis, op Moeders Zondag 30 maart 1924. Het eerste deel van het boek gaat over dat moment, en hoe ze het huis verkent als de jongen haar alleen laat voor een andere afspraak. Het tweede deel gaat over haar leven als schrijfster. Beide delen bevatten mooie taal maar met niet zo'n makkelijke zinsstructuur, en persoonlijk vond ik het tweede deel het beste. In de eerste helft van het boek ergerde ik me een beetje aan de gedachtegangen van het hoofdpersonage; elk klein detail dat ze tegen kwam, bracht haar aan het nadenken in een soort van chronische "wat als" aandoening. Sommige mensen zullen dit misschien het grote pluspunt van dit boek vinden. Het boek is dan ook vooral een reflectie van het leven, bekeken als een schrijfster. Van zien en voelen, en van verbeelden. Van dingen uitzoeken, en van alternatieven bedenken.

In januari stond er ook een bijeenkomst van de leesclub op het programma, en deze keer was het "Gaan, Ging, Gegaan" van Jenny Erpenbeck. Het verhaal begint wat moeizaam bij mij, met het filosofische gezwets van een oude man. Maar als we na 50 pagina's het doel van het boek bereiken, slaat de toon om. De man - gepensioneerd, alleen - geraakt geïntrigeerd door een vluchtelingenkamp op de Oranienplatz in Berlijn, en beslist op een dag met de vluchtelingen gaan praten. Uit pure nieuwsgierigheid. En het duurt niet lang of er groeit een band, en we zien hem kleine daden van broederliefde verrichten waar hij maar kan. Het boek is eigenlijk een verzameling getuigenissen omwikkeld door een fictief verhaal. Een sympathiek hoofdpersonage dat je meeneemt op een spontane missie van barmhartigheid. Heel pakkend, realistisch en confronterend. Het brengt de vluchtelingencrisis tot aan je deur en geeft het een gezicht zonder overdreven sentimenteel te doen.

Ik lees Patricia Cornwell al sinds 1999, toen haar eerste drie boeken over hoofdpersonage Kay Scarpetta als omnibus werd uitgegeven. Daarna las ik haar andere boeken in Poema Pocket, tot ik was bijgelezen en sindsdien steeds haar nieuwe boeken onmiddellijk aanschafte. Ik heb het altijd leuke politieverhalen gevonden, en vooral nichtje Lucy, 13-jarig computergenie, was mijn favoriet. Met de jaren is er echter veel veranderd. De personages verloren aan sympathie. Hun doemdenken begon vergiftigd te werken. Als je alles zou geloven wat ze zeggen, dan zou je zo paranoïde worden dat je niet meer buiten komt en ook je computer en smartphone weggooit en al je financiële verrichtingen met cash geld doet. En dan nog. Ze zitten de hele tijd af te geven op de extra personages in hun verhalen, hoe dom en onvoorzichtig ze zijn, en hun waarschijnlijk goedbedoelde arrogantie begint me de keel uit te hangen. Misschien hebben ze gelijk en zit het leven vol gevaren waar een gemiddeld persoon makkelijk onschuldig slachtoffer van kan worden. "Scherp" is het laatste boek dat ik gelezen heb en hoewel veel mensen dit al eerder deden vind ik het voor mij misschien ook tijd om te zeggen: genoeg is genoeg. Toch is er iets dat me aantrekt, en moet ik toegeven dat ik best nieuwsgierig ben naar het volgende boek in deze reeks, "Gewetenloos". Op een dag zal ik dat waarschijnlijk ook wel lezen.

Tijd voor iets luchtigs om de maand mee af te sluiten, en wat beter dan een boek vol avontuur en magie. "The Whispering Skull" is het tweede boek in de reeks "Lockwood & Co." van Jonathan Stroud, auteur van de "Bartimaeus Quadrilogy" (eigenlijk een trilogie gevolgd door een prequel om technisch correct te blijven). Het concept is simpel: vijftig jaar geleden duikt er plots een Probleem op in het Britse koninkrijk: een epidemie aan spookverschijningen. Het is zelfs zo erg dat er officiële bedrijven van spokenjagers worden opgericht die werken als privédetectives. En uiteraard maken ze allemaal bizarre dingen mee. Meer is er niet aan, maar net zoals bij Bartimaeus is het de humor van de personages die het boek zo leuk maken. Cynisme, sarcasme, en eclectisch gedrag vol theatraal drama zorgen voor in mijn ogen sympathieke personages waar ik graag eens een avondje mee op stap zou willen gaan. Hoewel de humor in dit boek op een lager pitje staat dan in "The Screaming Staircase", en het allemaal wat serieuzer wordt aangepakt. Titelpersonage Lockwood lijkt als een combinatie van The Doctor ("Doctor Who") en Flynn Carsen ("The Librarian"), maar iets minder ADHD'ig. George zorgt zoals Ron Weasley vaak voor de komische noot. En samen met écht hoofdpersonage Lucy Carlyle doen ze snel vergeten dat dit trio eigenlijk nog maar tieners zijn. Inderdaad, in deze wereld zijn het alleen de kinderen die over de speciale gaven beschikken om op spoken te jagen. Maar mede door hun grote zelfstandigheid gedragen ze zich verdomd volwassen. 

maandag 23 januari 2017

Zoek de sleutel


We betraden de kamer en lieten de echte wereld achter ons. We stapten een fantasie binnen, een droom, een fictieve wereld die ik al duizend keer gezien had in allerlei vormen: film of televisie, boeken, maar vooral computerspelletjes. Voor ons lag het kantoor van een privédetective en het was aan ons om uit te zoeken wie hem had vermoord.

We, dat waren mijn vriendin Nele, haar zus Ine, en de bevriende zussen Wendy en Daisy. En ikzelf. Tijdens een spelletjesavond in de kerstvakantie kwam het idee om eens een Escape Room te gaan doen naar boven. Iedereen zag het wel zitten, dus Ine reserveerde meteen de dichtstbijzijnde locatie waar we ons konden laten opsluiten: op de hoek van de Europalaan en de Winterslagstraat in het centrum van Genk.

Mijn eerste regel bij het spelen van avonturenspellen op de computer: pak alles vast wat niet vastgenageld zit.

Mijn tweede regel is: zoek iets om de nagels mee te verwijderen.

Bij de introductie was ons al op het hart gedrukt dat we niet zo ijverig hoefden te zijn. Alles wat vast zat genageld of gelijmd, moest zo blijven. We mochten niets forceren. Dat beperkte onze zoektocht al een beetje, maar niet veel. Een typische eigenschap van avonturenspellen is dat je alles wat je vindt, wel ergens kunt gebruiken. Dat maakte onze zoektocht zo moeilijk: dit kantoor lag boordevol spullen die totaal niets met het oplossen van de puzzels te maken hadden. We hadden een uur de tijd om de dader te vinden en zo de sleutel voor de deur naar de uitgang, maar ik heb heel veel tijd verspild aan het zoeken naar aanwijzingen die er niet waren. Ik maakte het eigenlijk veel te moeilijk, en zocht het allemaal veel te ver omdat ik dacht dat de puzzels ingewikkelder waren dan ze uiteindelijk bleken te zijn. In feite moet je gewoon je ogen goed open houden, en een beetje logisch denken.

De meeste puzzels in avonturenspellen draaien rond het openen van deuren, of het vinden van sleutels om die deuren mee te openen. Deze kamer onderzoeken gaf me de grootste rush die ik in lange tijd heb gevoeld. Hier kon ik in het échte leven doen wat ik al sinds mijn 13e en mijn allereerste avonturenspel "The Secret of Monkey Island" deed. We vonden afgesloten kasten, vergrendelde lades, cijferslotjes. We vonden sleutels, cijfercombinaties, verborgen boodschappen. De grootste puzzel was nog uitzoeken welke sleutel op welk slot paste. Ik was in pure extase door deze ervaring. Deze hele kamer was ons speeldomein en we konden er in doen wat we wilden. In welke andere situatie krijg je de kans om een kamer van onder tot boven te onderzoeken op zoek naar aanwijzingen? Het enige nadeel was dat er een tijdslimiet op zat, en je naargelang de tijd vorderde tips kreeg via een televisiescherm. Je krijgt niet de kans om alles op je eentje uit te zoeken tot je effectief de oplossing vindt.

Gestaag vochten we onze strijd tegen die klok. Je krijgt een uur om de weg naar buiten te ontgrendelen. De laatste drie minuten waren een pure hel: mijn verstand ging in paniekmodus en ik kon niet meer nadenken. Ik wist niet wat ik nog meer kon proberen. Mijns inziens had ik alles al vastgenomen, omgedraaid, volledig betast op zoek naar een puzzelstukje dat ons kon verder helpen. Ik voelde me alsof ik vast zat in één van mijn favoriete computerspellen zoals "Gabriel Knight" of "Gray Matter", waar ik al eens uitgebreid over heb geschreven. En net zoals in die spellen wist ik dat de oplossing zo voor de hand liggend zou zijn. Als een goed raadseltje waar je plots het antwoord van hoort en beseft dat er eigenlijk geen ander antwoord mogelijk is.

De tijd was om en in onze nederlaag werd de deur voor ons geopend. Nog een paar minuten en we hadden het gehaald. Iets rustiger die laatste puzzel uitdokteren, en we hadden het laatste slot gekraakt. Deze keer hebben we gefaald, maar ik heb de smaak te pakken en ik kijk al uit naar de volgende keer dat we uit een kamer moeten ontsnappen. Ons team had uiteindelijk best goed samengewerkt, en nu we het principe van een Escape Room kennen, kunnen we het volgende keer wat methodischer aanpakken.


donderdag 12 januari 2017

Geluksbokaal: editie 2016!


Geluk maak je zelf, of loop je stomweg tegen het lijf. Er is niet echt vat op te krijgen. Geluk is perceptie, de details van het leven op een andere manier bekijken en ontdekken dat er veel meer in zit dan je op het eerste zicht denkt. Wat je gelukkig maakt, is heel persoonlijk. Iemand anders kan het helemaal niet zo speciaal vinden. Geluk gaat over jezelf: hoe je je voelt, en hoe je zelf tegenover het leven staat in plaats van te wachten, te hopen, tot een toevalstreffer het geluk in je schoot werpt. Het is best moeilijk om een jaar lang alles wat je gelukkig maakt, op een stukje papier te schrijven en in een geluksbokaal te stoppen. Het is soms moeilijk om met zekerheid te kunnen zeggen wanneer iets je écht gelukkig maakt, en een plaatsje in die bokaal verdient. Maar als je open genoeg van geest bent, zie je plots dat er veel meer kandidaten zijn dan verwacht. En als je écht van je geluk geniet, dan vergeet je het meestal op te schrijven tot je plots beseft: ik heb die geluksbokaal niet meer nodig. Ik wéét dat ik gelukkig ben. Ik hoef geen bewijs meer te zien; het is gewoon zo.

Toch heb ik me nog aan een inhaalmanoeuver gewaagd en nog snel drie maanden aan gelukkige momenten neergepend, het laatste kwartaal van 2016, toen ik te druk bezig was met zelf te léven om er over te kunnen reflecteren. Ik stak de extra briefjes vormelijk in de bokaal, schudde het ding wat heen en weer als was het een sneeuwbol, en opende toen weer het deksel. De briefjes tolden eruit en ik stond versteld dat hun aantal weer was gegroeid in vergelijking met het vorige jaar: 41 stuks tegenover de 32 van 2015, opnieuw een stijging van 9 gelukkige momenten.

Vorige keer deelde ik die momenten op in categorieën. Dat heb ik nu niet gedaan. Ik heb de briefjes wél chronologisch gelegd, om een soort van papieren grafiek te creëren. Zo zie je hoe het jaar goed start, als een naschok van de euforie na het openen van de vorige bokaal. Dan mindert het aantal naarmate het jaar vordert en zie je hoe het aan het einde van de zomer zelfs een dieptepunt bereikt, om dan plots weer te stijgen in het najaar. En ik zeg het opnieuw: die laatste drie maanden bevatten vast nog veel meer gelukkige momenten dan mijn slechte geheugen kan herinneren. Ze vloeien dan ook bijna naadloos in elkaar over.

Ga ik in 2017 nog een geluksbokaal bijhouden? Ik weet het niet. Mijn leven is zo drastisch veranderd en ik spendeer mijn tijd liever aan het constant genereren van nog meer gelukkige momenten met de twee mensen op de foto hierlangs, de twee belangrijkste personen in mijn leven. Ik ben met die bokaal gestart in een periode waarin ik het zeer moeilijk had om nog te geloven in een leven dat de moeite waard is, en ik ben zeer dankbaar dat het bewijs dat wonderen en mirakels nog bestaan me elke dag recht in de ogen kijkt.

maandag 2 januari 2017

Boeken verslonden in december

Drie boekjes gelezen in december. Van het laatste boek heb ik eigenlijk de laatste 50 bladzijden al in 2017 gelezen, maar ik laat het toch nog meetellen voor mijn totaal van 2016. Naast deze drie heb ik ook nog "Tragidoodles" van Ben Cameron gelezen, een kerstcadeautje van mijn liefje Nele, en het kortverhaal "Het Antwoord" van Peter Terrin dat gratis bij mijn nieuwe Moleskine Book Journal zat dat ik van mijn ouders voor Kerstmis heb gekregen, maar daar kan ik moeilijk een uitgebreide bespreking van geven, dus ik beperk me voor dit blogbericht tot de romans.

Ik ken Terri Nixon al jaren. We hebben elkaar ontmoet op een internetforum voor fans van Dean Koontz. Zij heeft me geïntroduceerd in een online schrijversgemeenschap van uitgeverij BeWrite die enkele kortverhalen van haar gepubliceerd had. Zo heb ik haar talent zien groeien, en “Penhaligon’s Attic” is de culminatie van jaren “training”. Terri bracht al eerder in eigen beheer “The Lynher Mill Chronicles” uit, een trilogie van wat ik rural fantasy noem, gebaseerd op volkslegendes van haar thuishaven in Cornwall. Inhoudelijk niet echt mijn ding, om eerlijk te zijn, maar wel goed geschreven. Het manuscript van het derde boek heb ik trouwens nog voor haar nagelezen op typfouten. Terri wist me wel te betoveren met haar volgende boekenreeks, “The Oaklands Manor Trilogy”. Als fan van de TV-serie “Downton Abbey” (perfect om een paar manden strijk bij te doen) was ik meteen verkocht. Ik was dan ook heel enthousiast toen Terri een nieuwe boekenreeks aankondigde, “The Penhaligon Saga”. En ik was vooral heel blij dat het eerste boek, “Penhaligon’s Attic”, in tegenstelling tot haar vorige boeken, niet eerst als e-book maar meteen als paperback op de markt zou komen. Ik heb het meteen voorbesteld zodra dat mogelijk was, en eind november kreeg ik mijn exemplaar aan. Uiteraard ben ik meteen beginnen lezen. Het verhaal speelt zich net als Oaklands af in het begin van de 20e eeuw, en de manier waarop Terri het vertelt, overtreft alles wat ze tot nu toe geschreven heeft. Het is een prachtig verhaal over familiebanden, over je eigen identiteit en hoe dit bepaald wordt door waar je vandaan komt. De personages zijn even innemend als Oaklands Lizzy, Evie en Kitty, maar het verhaal van Anna, Mairead, Freya en Matthew vind ik persoonlijk net iets minder intrigerend. Maar dat is slechts een kwestie van smaak. Dat neemt niet weg dat ik zeker uitkijk naar het volgende deel in deze saga, om te ontdekken wat deze mensen nog meer gaat overkomen.

Ik ben er nog niet goed uit wat voor boek “In A World Just Right” van Jen Brooks nu precies is. Sowieso YA, dat is duidelijk genoeg. Maar het typische verhaal van een tienerliefde is stiekem vermomd als paranormale fantasy, en dan heb ik het niet over weerwolven en vampieren. Jonathan Aubrey, hoofdpersonage, vertelt over zijn kracht om fantasiewerelden te “maken”; hij creëert in feite alternatieve versies van zijn eigen wereld, als parallelle dimensies, en hij heeft de gave van de ene naar de andere te reizen. Uiteraard maakt hij hiervan gebruik om een meisje verliefd op hem te laten worden, maar het wordt pas echt intrigerend als er een duister kantje aan die gave opduikt, en de wereld van Jonathan dreigt in elkaar te storten. Je zou uitgebreide semantische discussies kunnen houden of het verhaal nu echt fantasy is, of eerder science-fiction, of dat je het toch gewoon bij een tienerromance moet houden. Tegen het einde aan stond ik in ieder geval versteld van hoe betrokken ik me voelde bij Jonathan, en hoe fel ik me zijn lot aantrok. Herinneringen aan de film “The Butterfly Effect” en het computerspel “To The Moon” passeerden door mijn hoofd. Halverwege het boek schreef ik mijn blogbericht over mijn top tien van in 2016 gelezen boeken, overtuigd dat "In A World Just Right" de lijst toch niet zou halen. Maar bij het einde van het boek begon ik toch te twijfelen over die beslissing. Als die lijst langer was, dan zou dit boek toch nummer 11 zijn.

"A Head Full of Ghosts" van Paul Tremblay was een kerstgeschenk van mijn Amerikaanse (oorspronkelijk Bulgaarse) vriendin Milena Damyanova ("In A World Just Right" heb ik trouwens ook van haar gekregen, voor mijn verjaardag). Totaal onverwacht kreeg ik een briefje in mijn bus op de laatste vrijdag voor de kerstvakantie, en de dag van kerstavond ben ik het gaan afhalen in het postkantoor van Hoevenzavel. Ik was eigenlijk al begonnen in "Scherp" van Patricia Cornwell", maar die was dikker en zou ik niet meer in december uitgelezen krijgen, dus heb ik het even opzij gelegd om in dit nieuwe boek te beginnen. De twintiger Merry vertelt aan een schrijfster het verhaal over haar zus Marjorie: toen Merry 8 was en Marjorie 14, gedroeg deze laatste zich alsof ze bezeten was door een kwade geest. Omdat het gezin in financiële moeilijkheden zat, gingen ze akkoord om van hun situatie een reality TV-reeks te maken (we zitten duidelijk in Amerika hier ...) We leren het verhaal kennen vanuit Merry's perspectief als achtjarige, maar die stukken worden ook onderbroken door blogberichten van iemand die commentaar geeft op de afleveringen van de televisieshow. Het hele boek door zitten we ons af te vragen of Marjorie echt bezeten is, of dat ze maar doet alsof omwille van het geld dat ze krijgen door mee te doen aan de show. De leeservaring bevat evenveel hints voor beide scenario's. Het verhaal is best akelig met veel enge momenten en deed me vooral denken aan de filmreeks "Paranormal Activity". Het was ook grappig toen de auteur zelf naar die films verwees. Ik heb echt van het horroraspect van dit boek genoten en ik vond het standpunt van het kleine meisje perfect beschreven. En ja, ik denk dat dit boek makkelijk een Top Twaalf van 2016 had gehaald.